Na ongeveer 3 weken zullen de jongen een hapje gaan mee-eten, maar worden ze ook nog gezoogd door de moeder. Als ze rond de 5 weken oud zijn, moeten ze leren wennen aan mensen om ze tam te maken. Besteed hier dagelijks de nodige aandacht aan. Laat ze ook vast kennis maken met de borstel. De kleintjes worden regelmatig gewogen. Het is handig om hier een boekje van bij te houden. Zo kun je goed zien of ze genoeg aankomen en of ze niet blijven steken op een bepaald gewicht. Als je merkt dat één jong steeds minder weegt dan de rest en ook niet veel aan drinken toekomt kun je hem een beetje helpen door de sterke, zware jongen af en toe van de moeder af te halen en de zwakke jongen dan te laten drinken. Laat de jongen niet langer dan 1 uurtje per keer van hun moeder af.

De eerste verharing vindt plaats als de jongen ongeveer6 weken zijn. Ze zijn dan extra vatbaar voor ziekten. Een goede hygiëne is nu erg belangrijk.Kleine konijntjes zijn sowieso erg kwetsbaar. Wees heel voorzichtig met groenvoer en geef zeker niet teveel.

Tot een leeftijd van 3 maanden mogen ze net zoveel eten als ze willen, maar ze moeten ook hun hooi opeten.

Op de leeftijd van 7 weken worden ze getatoeëerd. Na 8 weken worden de jongen vatbaar voor de levensgevaarlijke ziekten myxomatose en V.H.S. Enten gebeurd vanaf een leeftijd van 9 weken, tenzij eerder enten noodzakelijk is.

Na 8 weken worden moeder & kinderen gescheiden. Doe dit geleidelijk door de voedster overdag bij de jongen weg te halen of het schot in het dubbele hok te plaatsen. Na ongeveer een week wil ze ook ‘s avonds niet meer terug en woont ze weer in haar eigen hok.

Veel moeders worden knorrig en zijn hard aan hun rust toe. Gun haar die ook.